Inhoud:
- Lunchrichtlijnen voor de Chrononutrition
- Wanneer lunchen?
- De traditionele lunch versus de chronolunch
- Een voorbeeld van een chronolunch
De lunch is niet de meest evidente maaltijd in onze maatschappij waar bijna iedereen voltijds werkt en rent van plaats tot plaats. Toch loont het om ‘s middags even stil te staan. Het is goed voor je lichaam, maar ook voor je geest. De middag kan je zien als een rustpunt om te genieten van heerlijk eten (zelfs op het werk!) en op adem te komen. Daarna kan iedereen weer vol goeie moed aan de slag!
Lunch richtlijnen voor de Chrononutrition
Hieronder staan de richtlijnen voor een persoon van ongeveer 160 cm (jep, dat ben ik!). De lunch is ook afhankelijk van je dagelijkse inspanningen. Bij mij is dat eerder licht actief, want afgezien van de enkele uren waarin ik rechtstaand lesgeef, breng ik veel tijd door aan de computer als ik lessen voorbereid of aan mijn blog werk.
De lunch bestaat uit twee grote componenten: dierlijke proteïnen en koolhydraten. Voor vegetariërs is dit even slikken en omdat dit tegenwoordig meer en meer de realiteit is, zal ik binnenkort een blogpost schrijven waarin enkele suggesties staan om ook aan de noden van de vegetariërs te voldoen.
Dierlijke proteïnen
- rood vlees: 180 g of
- wit vlees en gevogelte: 230 g of
- charcuterie: 200 g of
- eieren: 2+1/2
Koolhydraten
- 1 kleine kom van ongeveer 25 cl
Wanneer lunchen?
“Tussen twaalf en één, eet iedereen”, een spreekwoord dat veel zegt over hoe de dagindeling in onze contreien (al jaren) is. Lunchpauzes op het werk zijn vaak zo georganiseerd dat iedereen op dat moment kan gaan eten. Sommige winkels sluiten en in bureaus wordt het heel stil. Ik eet echter uit noodzaak meestal tussen één en twee. De reden hiervoor is dat ik lesgeef tot half één en daarna een half uur pendel voordat ik aan het koken kan slaan. Je leest het goed: ‘s middags kan ik thuiskomen, koken en op mijn gemak eten. Ik begrijp dat dit een luxe is die niet iedereen zich kan permitteren.
Als je verplicht bent om op een door anderen vastgelegd moment te lunchen, dan zorg je er het best voor om je ontbijt correct aan te passen. Is er een lange tijd tussen het ontbijt en de lunch, eet dan misschien iets meer ‘s morgens.
Probeer, zelfs als je niet thuis kan eten, steeds zelf gekookt eten mee te nemen. Zo weet je op z’n minst wat je eet. Bij veel kantoren staat er een microgolfoven in de lunchruimte waar je een maaltijd kan opwarmen en het loont de moeite (voor alle collega’s) om er eventueel naar te vragen indien er nog geen is. Er zijn trouwens heel veel interessante recepten die je ook koud kan eten, waardoor de lunch een plezier wordt. Met de Chrononutrition eet je geen boterhammetje met kaas meer ‘s middags, maar volwaardige maaltijden. Om eerlijk te zijn, het kan wel de ogen van je collega’s uitsteken (niet letterlijk natuurlijk)!
Traditioneel eten versus de chronolunch
“Een volwaardige maaltijd bestaat uit een een goede portie aardappelen, rijst of pasta, veel groenten en een stukje vlees.” Dit is wat in veel gezinnen als de maatstaf wordt aangenomen. Met aardappelen ben je goed gevuld en groenten geven vitamines, het klinkt ook een beetje als een naoorlogse boodschap om degelijkheid en spaarzaamheid te promoten. Op zich kan ik er ook wel in komen dat je bij grote gezinnen niet te veel vlees op tafel wil zetten, het is niet echt goedkoop. In het gezin waarin ik opgroeide zou dat toch wel iets meer dan een kilo per dag geweest zijn, geloof ik!! (– vier volwassen, actieve kinderen + twee werkende ouders)
Toch is het de moeite waard om het aandeel van de verschillende voedingsgroepen te herzien. Je kan meer over de redenen lezen in de boeken van Dr. Alain Delabos en op zijn website.
Dierlijke proteïnen
Naar een grotere vleesconsumptie overstappen, kan in het begin moeilijk zijn. Je denkt dat je te veel eet en dat dit net het omgekeerde resultaat zal hebben van wat je wil. Ook ik vond het moeilijk. Ik at al een hele tijd nog amper vlees, ongeveer één keer per week. De redenen daarvoor waren dat ik dacht dat het beter was voor mijn gezondheid. In werkelijkheid voelde ik me futloos.
Mijn favorieten soorten vlees zijn konijn, lam en kip, wild (in het seizoen). Wat een geluk dat er in mijn wijk net super veel slagers zijn die daarin gespecialiseerd zijn! Vaak koop ik ook runds- en varkensvlees. Hoe meer je varieert, hoe aangenamer het eten is!
Als je deze lieve dieren ziet, dan wil je ze niet opeten en alleen maar knuffelen. Ik begrijp de beweegredenen van vegetariërs helemaal. (Laatst wandelde ik naast het slachthuis en zag een vrachtwagen met enkele kalfjes in oprijden. Één van de kalfjes keek me recht in de ogen. Mijn hart brak…) Vegetariër zijn werkt echter niet goed voor mij. Vlees eten blijft in mijn opinie noodzakelijk en ik geloof dat mensen er ook naar geëvolueerd zijn om vlees te eten. De levenskwaliteit van de dieren vind ik wel héél belangrijk. Daarom zouden we met ons allen meer de lokale boeren moeten steunen in plaats van spotgoedkoop vlees in grootwarenhuizen te kopen. Ik geef toe dat dit iets is waar ik me regelmatig ook aan verbrand, maar het is een voornemen om meer naar kleine slagers te gaan en daar vlees te kopen.
Door naar kleine slagers in je buurt te gaan, steun je ook veel andere dingen. Je steunt natuurlijk de lokale economie, zijnde de slager. Daarnaast is de kans groot dat de kwaliteit van het vlees beter is, maar je kan ook een band opbouwen met de buurtbewoners en je zal meer emotioneel geïnvesteerd zijn in jouw directe omgeving.
Hiernaast denk ik dat er bij lokale slagers een kortere “productieketen” is en dat is transparanter dan wanneer je vlees bij grote, anonieme ketens koopt. Misschien, als je naar de biomarkt gaat en daar bij een “reizende” slager vlees koopt, zal je er ook zekerder van zijn de levenskwaliteit van de dieren. We horen inderdaad regelmatig van wanpraktijken en dat is verschrikkelijk. Echter niet alle boeren zijn zo. We horen meestal alleen de negatieve geluiden.
Om boer te zijn, moet je absoluut gepassioneerd zijn door je vak en dan ga je er ook op toezien dat je dieren gelukkig blijven. Ik herinner me boerderijbezoeken waar de technologie zo was ingezet dat de koe die gemolken werd zelf naar het “melkstation” ging als de “nood” hoog was. En Temple Grandin, een zoöloge die zich specialiseerde in veeslachthuizen op grote schaal, werkte een heel intrigerend systeem uit om de stress van de dieren enorm te verlagen. Het is mogelijk om de “vleesproductie” te verbeteren. We moeten deze onderzoeken blijven steunen.
Mijn tip: koop kwaliteitsvlees bij lokale slagers!
Koolhydraten
Volgens Dr. Alain Delabos eet je bij de lunch het best een klein kommetje koolhydraten. Op dat gebied moet ik nog een beetje werken en voor mij persoonlijk is het te vreemd om die regel strikt te volgen. Ik ben heel gehecht aan mijn portie groenten en ik geloof in mijn dagelijkse vitamines. De hoeveelheden moet ik nog onder controle krijgen. Als ik meer over Chrononutrition zal leren, want ik weet er nog niet alles over, het is een leercurve, dan zal ik dat misschien beter kunnen aanvaarden.
Enkele voorbeelden van interessante producten met koolhydraten zijn: aardappelen, rijst, couscous, quinoa, maar ook bonen, kikkererwten, linzen, peultjes. Je kan ze op voorraad in huis hebben, zodat je er maar naar te grijpen hebt als je jouw lunch kookt. Kikkererwten en linzen koop ik het liefst in blik, zodat het niet veel tijd vraagt om ze klaar te maken. Een ecologische optie is de gedroogde versie, maar dan moet je ze de dag ervoor al te week zetten.
Peultjes en bonen zijn heerlijk vers in het seizoen en buiten het seizoen als ze in bokalen ingelegd zijn (hmmm de nostalgie!). Je kan ze ook invriezen als je niet van de smaak van ingelegde snijbonen houdt. Soms koop ik tegen beter weten in zakjes met peultjes, afkomstig uit Kenia (dat is een lange afstand om naar hier te komen!). Volgend jaar zou ik er in mijn tuin willen kweken, zodat ik ze steeds voor handen heb.
Dranken
Je drinkt het best water bij het eten, maar als je graag iets met een smaakje hebt, kan je misschien zelf ijsthee maken (zonder zoetstof!).
Na het eten raad ik aan om een warme thee of een koffie te drinken, zo doe je jouw lichaam denken dat je net een “extra” hebt gehad. Want misschien at je, zoals ik, vroeger altijd een dessertje na de maaltijd (een koekje, chocolaatje, yoghurtje). Het is absoluut niet goed om een dessert te nemen. Houd je lekkernijen aan de kant tot het snackmoment er is! Dan kies je voor meer kwaliteitsvolle snacks en heb je er meer plezier aan.
Een voorbeeld van een chronolunch
Deze maaltijd benadert de richtlijnen van een goede chronolunch:
- varkenshaasje met zelf gemixte cajunkruiden
- linzen klaargemaakt met gestoofde wortels en ajuin
Welke combinaties zou jij maken voor jouw meeneem-chronolunch? Ik lees graag wat jouw mening en ervaringen zijn. Schrijf hieronder een reactie!
Om meer te lezen:
Bronnen:
Delabos, A. (2005). Mincir sur mesure grâce à la Chrononutrition. Rouen, Frankrijk: éditions Albin Michel.
De Maanboom 
0 comments on “Een chrono lunch”